toonden
- toon·den
vervoeging van |
---|
tonen |
toonden
- meervoud verleden tijd van tonen
- Wij toonden.
- Jullie toonden.
- Zij toonden.
- Wij toonden.
- Het woord toonden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tonen |
toonden