Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toetst

Werkwoord

vervoeging van
toetsen

toetst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetsen
    • Jij toetst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toetsen
    • Hij toetst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van toetsen
    • Toetst!