Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·stroomt

Werkwoord

vervoeging van
toestromen

toestroomt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestromen
    • ... dat jij toestroomt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestromen
    • ... dat hij toestroomt.