Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·stem·den

Werkwoord

vervoeging van
toestemmen

toestemden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toestemmen
    • ...dat wij toestemden. 
    • ...dat jullie toestemden. 
    • ...dat zij toestemden.