Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·sta

Werkwoord

vervoeging van
toestaan

toesta

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestaan
    • ... dat ik toesta. 

Werkwoord

vervoeging van
toestaan

toesta

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van toestaan
    • ... dat men toesta.