• toe·sta
vervoeging van
toestaan

toesta

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toestaan
    • ... dat ik toesta. 
vervoeging van
toestaan

toesta

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van toestaan
    • ... dat men toesta.