• toe·re·kent
vervoeging van
toerekenen

toerekent

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toerekenen
    • ... dat jij toerekent. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toerekenen
    • ... dat hij toerekent.