Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·re·ken·de

Werkwoord

vervoeging van
toerekenen

toerekende

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van toerekenen
    • ... dat ik toerekende. 
    • ... dat jij toerekende. 
    • ... dat hij, zij, het toerekende.