toepte
- toep·te
vervoeging van |
---|
toepen |
toepte
- enkelvoud verleden tijd van toepen
- Ik toepte.
- Jij toepte.
- Hij, zij, het toepte.
- Ik toepte.
- Het woord toepte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
toepen |
toepte