toenaderden
- Geluid: toenaderden (hulp, bestand)
- toe·na·der·den
vervoeging van |
---|
toenaderen |
toenaderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toenaderen
- ...dat wij toenaderden.
- ...dat jullie toenaderden.
- ...dat zij toenaderden.
- ...dat wij toenaderden.
- Het woord toenaderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.