Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·be·reidt

Werkwoord

vervoeging van
toebereiden

toebereidt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toebereiden
    • ... dat jij toebereidt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toebereiden
    • ... dat hij toebereidt. 

Gangbaarheid