testeer
- tes·teer
vervoeging van |
---|
testeren |
testeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van testeren
- Ik testeer.
- gebiedende wijs van testeren
- Testeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van testeren
- Testeer je?
- Het woord testeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.