terugvraagden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·rug·vraag·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugvragen |
terugvraagden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugvragen
- ...dat wij terugvraagden.
- ...dat jullie terugvraagden.
- ...dat zij terugvraagden.
- ...dat wij terugvraagden.