terugverhuisden
- te·rug·ver·huis·den
vervoeging van |
---|
terugverhuizen |
terugverhuisden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugverhuizen
- ...dat wij terugverhuisden.
- ...dat jullie terugverhuisden.
- ...dat zij terugverhuisden.
- ...dat wij terugverhuisden.
- Het woord terugverhuisden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.