Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·neer·slaat

Werkwoord

vervoeging van
terneerslaan

terneerslaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan
    • ... dat jij terneerslaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terneerslaan
    • ... dat hij terneerslaat. 

Gangbaarheid