terechtwijst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·recht·wijst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terechtwijzen |
terechtwijst
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terechtwijzen
- ... dat jij terechtwijst.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terechtwijzen
- ... dat hij terechtwijst.