tentstokje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tentstokje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tent·stok·je

Zelfstandig naamwoord

het tentstokje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tentstok

Gangbaarheid

• Het woord tentstokje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.