tamponneer
- Geluid: tamponneer (hulp, bestand)
- tam·pon·neer
vervoeging van |
---|
tamponneren |
tamponneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamponneren
- Ik tamponneer.
- gebiedende wijs van tamponneren
- Tamponneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tamponneren
- Tamponneer je?
- Het woord tamponneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.