takelde aan
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: takelde aan (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ta·kel·de aan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantakelen |
takelde aan
- enkelvoud verleden tijd van aantakelen
- Ik takelde aan.
- Jij takelde aan.
- Hij, zij, het takelde aan.
- Ik takelde aan.