taakte
- taak·te
vervoeging van |
---|
taken |
taakte
- enkelvoud verleden tijd van taken
- Ik taakte.
- Jij taakte.
- Hij, zij, het taakte.
- Ik taakte.
- Het woord taakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
taken |
taakte