sympathiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sym·pa·thi·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sympathiseren |
sympathiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
- Ik sympathiseer.
- gebiedende wijs van sympathiseren
- Sympathiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sympathiseren
- Sympathiseer je?