Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sup·por·tert

Werkwoord

vervoeging van
supporteren

supportert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van supporteren
    • Jij supportert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van supporteren
    • Hij supportert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van supporteren
    • Supportert!