Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
suppleer
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
suppleer
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
sup·pleer
Werkwoord
vervoeging van
suppleren
suppleer
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
suppleren
Ik
suppleer
.
gebiedende wijs van
suppleren
Suppleer
!
(bij inversie)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
suppleren
Suppleer
je?