vervoeging
onbepaalde wijs to  supervise 
he/she/it  supervises 
verleden tijd  supervised 
voltooid
deelwoord
 supervised 
onvoltooid
deelwoord
 supervising 
gebiedende wijs  supervise 

supervise

  1. surveilleren
vervoeging van
supervisar

supervise

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar