• stu·ka·doort
vervoeging van
stukadoren

stukadoort

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukadoren
    • Jij stukadoort. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukadoren
    • Hij stukadoort. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stukadoren
    • Stukadoort!