stukadoort
- Geluid: stukadoort (hulp, bestand)
- stu·ka·doort
vervoeging van |
---|
stukadoren |
stukadoort
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukadoren
- Jij stukadoort.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stukadoren
- Hij stukadoort.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stukadoren
- Stukadoort!
- Het woord stukadoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.