Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·lijn·de

Werkwoord

vervoeging van
stroomlijnen

stroomlijnde

  1. enkelvoud verleden tijd van stroomlijnen
    • Ik stroomlijnde. 
    • Jij stroomlijnde. 
    • Hij, zij, het stroomlijnde.