strengt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- strengt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
strengen |
strengt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strengen
- Jij strengt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van strengen
- Hij strengt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van strengen
- Strengt!
Deens
Woordafbreking
- strengt
Bijvoeglijk naamwoord
strengt, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van streng
Afgeleide begrippen
- strengt taget
Noors
Woordafbreking
- strengt
Naar frequentie | 6748 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
strengt, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van streng
Afgeleide begrippen
- strengt tatt
Nynorsk
Woordafbreking
- strengt
Bijvoeglijk naamwoord
strengt, o
- onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van streng
Afgeleide begrippen
- strengt teke