streefde
- streef·de
vervoeging van |
---|
streven |
streefde
- enkelvoud verleden tijd van streven
- Ik streefde.
- Jij streefde.
- Hij, zij, het streefde.
- Ik streefde.
- Het woord streefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
streven |
streefde