stormloopt
- Geluid: stormloopt (hulp, bestand)
- storm·loopt
vervoeging van |
---|
stormlopen |
stormloopt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
- ... dat jij stormloopt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
- ... dat hij stormloopt.
- Het woord stormloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.