spoorden
- spoor·den
vervoeging van |
---|
sporen |
spoorden
- meervoud verleden tijd van sporen
- Wij spoorden.
- Jullie spoorden.
- Zij spoorden.
- Wij spoorden.
- Het woord spoorden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
sporen |
spoorden