spookte rond
- spook·te rond
vervoeging van |
---|
rondspoken |
spookte rond
- enkelvoud verleden tijd van rondspoken
- Ik spookte rond.
- Jij spookte rond.
- Hij, zij, het spookte rond.
- Ik spookte rond.
- Het woord spookte rond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.