sponste af
- Geluid: sponste af (hulp, bestand)
- spons·te af
vervoeging van |
---|
afsponsen |
sponste af
- enkelvoud verleden tijd van afsponsen
- Ik sponste af.
- Jij sponste af.
- Hij, zij, het sponste af.
- Ik sponste af.
- Het woord sponste af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.