spioneert
- spi·o·neert
vervoeging van |
---|
spioneren |
spioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spioneren
- Jij spioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spioneren
- Hij spioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spioneren
- Spioneert!
- Het woord spioneert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.