Deens

Woordafbreking
  • spil·ler·ne

Zelfstandig naamwoord

spillerne, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van spiller


Noors

Woordafbreking
  • spil·ler·ne
Naar frequentie 9854

Zelfstandig naamwoord

spillerne, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van spiller