spierden
- spier·den
vervoeging van |
---|
spieren |
spierden
- meervoud verleden tijd van spieren
- Wij spierden.
- Jullie spierden.
- Zij spierden.
- Wij spierden.
- Het woord spierden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
spieren |
spierden