• spe·le·vaart
vervoeging van
spelevaren

spelevaart

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelevaren
    • Jij spelevaart. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spelevaren
    • Hij spelevaart. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spelevaren
    • Spelevaart! 
61 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be