Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spaadt

Werkwoord

vervoeging van
spaden

spaadt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spaden
    • Jij spaadt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spaden
    • Hij spaadt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spaden
    • Spaadt!