solideert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- so·li·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
solideren |
solideert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solideren
- Jij solideert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solideren
- Hij solideert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van solideren
- Solideert!
Gangbaarheid
- Het woord 'solideert' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.