• so·li·da·ri·seert
vervoeging van
solidariseren

solidariseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solidariseren
    • Jij solidariseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solidariseren
    • Hij solidariseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van solidariseren
    • Solidariseert!