solidariseer
- so·li·da·ri·seer
vervoeging van |
---|
solidariseren |
solidariseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solidariseren
- Ik solidariseer.
- gebiedende wijs van solidariseren
- Solidariseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van solidariseren
- Solidariseer je?