Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snol·len

Zelfstandig naamwoord

de snollenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord snol

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be