Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sluik·stort·ten

Werkwoord

vervoeging van
sluikstorten

sluikstortten

  1. meervoud verleden tijd van sluikstorten
    • Wij sluikstortten. 
    • Jullie sluikstortten. 
    • Zij sluikstortten.