sloepen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sloepen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sloe·pen

Zelfstandig naamwoord

de sloepen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sloep

   ▸ Terwijl we voor anker lagen op de rede konden de passagiers aan land gaan door langs een stevige ladder aan de zijkant van het schip af te dalen naar wachtende sloepen die ons naar de kade brachten.

Gangbaarheid

• Het woord sloepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sloepen" herkend door:

93 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.