sleurde aan
- Geluid: sleurde aan (hulp, bestand)
- sleur·de aan
vervoeging van |
---|
aansleuren |
sleurde aan
- enkelvoud verleden tijd van aansleuren
- Ik sleurde aan.
- Jij sleurde aan.
- Hij, zij, het sleurde aan.
- Ik sleurde aan.
vervoeging van |
---|
aansleuren |
sleurde aan