slapers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  slapers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sla·pers

Zelfstandig naamwoord

de slapers mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slaper

Gangbaarheid

• Het woord slapers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slapers" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.