slakta
- slak·ta
Naar frequentie | 102325 |
---|
slakta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
har slakta
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
slakta
- voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
- slak·ta
slakta
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast slakte, zie aldaar
slakta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakta
har polstra
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakta
slakta
- voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van slakta
slakta
- gebiedende wijs van slakta
slakta
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
har polstra
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
slakta
- voltooid (verleden) deelwoord aantonende wijs bedrijvende vorm van slakte
slakta
- gebiedende wijs van slakte