skivakantietjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  skivakantietjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ski·va·kan·tie·tjes

Zelfstandig naamwoord

de skivakantietjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord skivakantie

Gangbaarheid

• Het woord skivakantietjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.