skimde
- skim·de
vervoeging van |
---|
skimmen |
skimde
- enkelvoud verleden tijd van skimmen
- Ik skimde.
- Jij skimde.
- Hij, zij, het skimde.
- Ik skimde.
- Het woord skimde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
skimmen |
skimde