Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
simuleert
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
simuleert
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
si·mu·leert
Werkwoord
vervoeging van
simuleren
simuleert
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
simuleren
Jij
simuleert
.
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
simuleren
Hij
simuleert
.
(
verouderd
)
gebiedende wijs meervoud van
simuleren
Simuleert
!