signo
- IPA: /ˈsig.no/
vervoeging van |
---|
signāre |
signo
- actief indicatief praesens, eerste persoon enkelvoud van signāre
vervoeging van |
---|
signar |
signo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van signar
vervoeging van |
---|
signarse |
signo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van signarse