vervoeging van
sentar

sienta

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentar
vervoeging van
sentarse

sienta

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentarse
vervoeging van
sentir

sienta

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentir
vervoeging van
sentirse

sienta

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentirse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentirse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sentirse